Verslag Symposium ‘Goed Boeren: verdienen met natuurinclusieve landbouw’

Nieuws | Thema:

20 maart 2024

Verslag Symposium ‘Goed Boeren: verdienen met natuurinclusieve landbouw’

Voorzitter Jan van den Broek op het podium samen met dagvoorzitter Marijke Roskam. Foto: Paul van Baardwijk | Studio Retouched

Een concurrerend verdienmodel: het blijft een van de grote redenen van twijfel voor agrarisch ondernemers wanneer ze een omschakeling naar Natuurinclusieve landbouw overwegen. Maar is dat terecht? En welke opties hebben boer, overheid en maatschappij om dat verdienmodel voor duurzame boeren te verbeteren? Dat zijn belangrijke vragen, die centraal stonden tijdens het symposium ter ere van het 10-jarig bestaan van het Netwerk Goed Boeren.

Marc Oudenhoven, Gedeputeerde Agrarische Ontwikkeling, trapte tijdens het symposium af met enkele van de belangrijkste voordelen van natuurinclusieve landbouw: Natuurinclusieve landbouw draagt bij aan biodiversiteit, geeft duurzaam vorm aan de landbouwtransitie en het is goed voor de veerkracht van het eigen bedrijf. “Maar…” zo zei hij terecht, “zonder verdienmodel is er geen transitie mogelijk”.

“Gelukkig zie ik dat steeds meer boeren kiezen voor een natuurinclusieve landbouw. Deze pioniers verdienen onze steun.” – Gedeputeerde Marc Oudenhoven tijdens het symposium.

Duurzame landbouw, een duurzaam verdienmodel

Voor die landbouwtransitie moet je bij de natuurinclusieve en biologische boeren zijn. Zij zijn degenen die de stap durven zetten en écht maatschappelijk verantwoord ondernemen als agrarisch ondernemer. Dat is dan ook één van de dingen waar voorzitter Jan van den Broek het meest trots op is, zo vertelt hij in zijn bijdrage: “de positieve, constructieve sfeer die altijd heerst op onze bijeenkomsten. We klagen niet over milieuclubs of overheid, maar we gaan het doen”.

Ook Jan weet echter dat een betrouwbaar verdienmodel voor deze duurzame boeren nodig is, maar dat dit vaak nog mist: “er zijn allerlei pioniers, maar dan hapert het. De echte wens is dat we, geholpen door overheid maar ook door de markt, stappen kunnen zetten. Het geld dat hierbij beschikbaar komt, moet wel bij de juiste boeren terecht komen”. Precies dat thema stond centraal bij de sprekers: hoe richten we het zo in dat de échte duurzame boer voldoende vergoed wordt voor zijn prestatie?

Tijdens de pauze van het symposium werden ervaringen en verhalen gedeeld. Foto: Paul van Baardwijk | Studio Retouched

Ondernemerschap natuurinclusieve boeren

Spreker Daan Groot, lector aan de HAS, doet al jaren onderzoek naar het verdienvermogen achter natuurinclusieve landbouw. Zijn conclusie? Het behalen van een goed verdienmodel is mogelijk met natuurinclusieve, extensieve landbouw. Belangrijk is dat subsidies en neventakken zijn meegenomen, maar niet bepalend zijn of er een goed bedrijfsresultaat gedraaid kan worden. Maar er is niet één verdienmodel: juist het ondernemerschap van de agrariër is enorm belangrijk bij deze vorm van landbouw.

Er zijn natuurlijk ook uitdagingen: een extensief bedrijf produceert in principe minder. Het blijft dus een uitdaging dat je de vaste kosten niet uit kunt smeren en maatschappelijke diensten als landschap en biodiversiteit worden nog onvoldoende structureel vergoed. Dit laatste is een belangrijk deel van (duurzame) landbouw, al wordt dat niet altijd zo gezien. Hier is een kentering nodig in denken, geeft Daan Groot aan: “Het is niet: ‘ik ben vóór boeren, dus ik ben tegen betaling van landschapsdiensten’. Maar: ‘ik ben vóór boeren, dus ik ben vóór betaling die landschapsdiensten.”

Meer verdienen via de supermarktprijs

Daar zijn verschillende opties voor, zo bleek uit invalshoeken die de sprekers ons lieten zien. Alex Datema, melkveehouder én directeur Food en Agri bij de Rabobank, lichtte de nieuwste koers en visie van de Rabobank toe: het ondersteunen van duurzame boeren is voor een bank niet alleen een goed doel, maar ook bittere noodzaak. De duurzame boer is tenslotte de meest toekomstbestendige. Voor duurzaam boeren zijn wat de Rabobank betreft verschillende routes en bedrijfstypes mogelijk, waaronder natuurinclusief boeren.

Het belangrijkste in de ogen van Alex is echter dat we naar een “True Value” systeem gaan, waarin kosten niet worden afgeschoven op de maatschappij, maar worden meegenomen in de prijs van het product. Alex: “Als duurzaam goedkoper is dan niet-duurzaam, gaat de consument vanzelf het goede doen.” Een bank als de Rabobank kan dus duurzame boeren helpen, maar uiteindelijk ontstaat volgens hem het verdienmodel door andere beprijzing in de supermarkten.

Verdienen met landschapsdiensten

De Landschapsboeren, onder leiding van Jack Verhulst en Frederiek van Lienen, vliegen het anders aan. Met de ontwikkeling van ‘landschapscertificaten’ willen ze het verdienvermogen aanvullen door duurzame boeren te belonen voor hun werk voor landschap en natuur. Alle sprekers waren het er immers over eens dat duurzame boeren veel meer doen dan alleen voedsel produceren: ze ‘produceren’ bijvoorbeeld ook landschap en biodiversiteit.

Als koplopers in duurzaamheid leveren de Landschapsboeren dus een meerwaarde voor de maatschappij. Deze meerwaarde hebben ze laten berekenen en is vervolgens vertaald naar ‘landschapscertificaten’. Zo geven ze bedrijven en overheden de kans om hun duurzame ambities lokaal waar te maken: door landschapscertificaten aan te kopen en zo bij te dragen aan een mooi landschap, schoon water en een gezonde bodem in Brabant. Zó kunnen we in de regio duurzame boeren belonen.

Jaap Dirkmaat gaat in gesprek met het publiek. Foto: Paul van Baardwijk | Studio Retouched

Als het nog mogelijk was, maakte onze derde spreker, Jaap Dirkmaat, het nóg simpeler: maak het voor de boer zó financieel aantrekkelijk om natuur en landschap op zijn land in te richten, dat iedereen het wil. Want, zo gaf Jaap Dirkmaat aan “Met een geraamte van heggen en andere landschapselementen komt 80% van de biodiversiteit terug.” Een belangrijke én toegankelijke stap dus. Met biologisch boeren wordt vervolgens de laatste 20% van de biodiversiteit hersteld.

En dat is precies wat Jaap Dirkmaat in de Ooijpolder heeft gedaan: hij vertelt dan ook enthousiast over het mooie succes in de Ooijpolder. Daar hebben ze de aanlegkosten van heggen, bomen, poelen en hagen op boerenland vergoed én de boeren een beheersvergoeding gegeven. Het resultaat: een polder waar natuur en landschap terugkeren en de boeren tevreden zijn. Jaap zijn wens: we moeten weer net zo trots worden op ons buitengebied als de Engelsen, Duitsers en Fransen.

En nu doen!

De sprekers bespraken samen ook enkele discussiepunten uit de sector rond natuurinclusieve landbouw. Een veelgehoord discussiepunt kwam hierbij naar voren: Wat is nu eigenlijk natuurinclusief? Maar de oproep om natuurinclusief hard te definiëren vond niet bij iedereen weerklank. Hier sloot ook Arie Meulepas, programmamanager Landbouw en Voedsel van de provincie Noord-Brabant bij aan: “Als je het te strak maakt, dan valt iedereen erbuiten en dan stoppen vooral de mensen die er al mee bezig zijn”. Hij licht toe: “Misschien moeten we stappen definiëren, maar het gaat om de beweging richting natuurinclusief die boeren maken.”

Over één ding waren alle sprekers het echter roerend eens: er zijn genoeg pilots geweest en er is genoeg onderzoek gedaan. De oproep aan nationale en provinciale overheid was om de regie te pakken en door te pakken in de transitie naar een duurzaam landbouwsysteem. Moet de btw eraf voor duurzame producten? Moet de overheid een True Value systeem ontwikkelen? Of moet misschien het niet-duurzame product gewoon niet meer in het schap terecht komen? Het zijn allemaal mogelijkheden, benoemd door de sprekers. Maar misschien doet de exacte route er minder toe, en is het belangrijker dat we nu de stappen zetten. Want daar was iedereen het over eens: we moeten nu aan de slag!

Foto’s door Paul van Baardwijk | Studio Retouched

Tags:

Blijf op de hoogte van het
Netwerk Goed Boeren!